wand

Wat is mijn “wand”? is mijn hoofdvraag voor de Leerplaats Organiseren 3.0. Ingegeven door het fragment dat ik de eerste keer liet zien; de trailer van Die Wand, de film naar het boek van Haushofer. Als metafoor kan ik veel kanten op met deze vraag merk ik. De wand als muur om me heen staat voor afscherming, tussen mijn muren/wanden ben ik de koningin, bepaal ik, is het veilig. Zo denk ik. Niets is natuurlijk minder waar. Het is een schijnveiligheid.

Altijd is er een wand tussen mij en de ander. Soms dik, soms dun, soms permeabel, soms niet. En hoe ziet die wand er daar in die leerplaats uit? Fysiek, emotioneel, in relatie tot mensen afzonderlijk, in relatie tot de groep. Wat denk, doe, voel ik aan mijn kant van de wand? En wat gebeurt er aan de andere kant? Hoe beïnvloedt het een het ander? En wat gebeurt er met al die andere wanden? Ik zie het fysiek al helemaal voor me: dikke muren, open ramen, luchtgaten, met kanonskogels, etc.

Wat gebeurt er als we dit met elkaar zichtbaar gaan proberen te maken? Uit te beelden. Ik moet denken aan een oefening over groepsvorming waarbij je met elkaar moest bepalen hoeveel afstand er tussen alle mensen was. Een mooie, indringende oefening.

Met welk doel? Of maakt het niet uit? Is het experimenteren, spelen met elkaar, onderzoeken. Of gaat het me om mijn vraag? Welke associaties hebben de anderen bij mijn wand? Hoe ervaren ze die? Maar waarom wil ik dat weten? Ik krijg vorm in relatie. Is dit een truc om de relatie te verdiepen? Of schijnbaar te verdiepen? Altijd weer diezelfde vraag: waarom wil ik dit? Om zicht te krijgen op mijn thema ‘verlamming’. Mijn wand speelt hier een rol in. Anderen kunnen mij helpen hierop zicht te krijgen, misschien wat gaten te slaan in mijn wand, zodat ik de verlamming voorbij ga. Of op een nieuwe, andere manier voorbij ga. En misschien is de waartoe-vraag overbodig. En is het gewoon een leuk experiment, een leuk en interessant onderzoek. En is dat reden genoeg.

consequentie

Gisteren begon ik, na een tip, te lezen in het boek De consequenties van Nina Weijers. Wat een mooie zinnen! “Zeker, er zijn momenten dat ja zeggen geen vlucht is van nee zeggen. Dat het met moed te maken heeft en niet met lafheid, met confirmatie, met vastberadenheid, met een groot innerlijk ja-zeggen, maar dit behoorde niet tot die zeldzame momenten.” (blz. 20)

“Voor het eerst in haar volwassen leven deed ze iets wat absoluut geen ander doel diende dan de handeling zelf.” (blz. 30)

Of: “Als een jengelend kind wil je alles uit je handen laten vallen, maar weet je wat het is: daar heb je geen enkel recht op. Je bent verantwoordelijk voor die verdomde steen (J: uit mythe van Sisyphus) en hij moet naar de top. Het doet er niet toe dat hij daarna weer naar beneden rolt. Dat is het leven. Als je daarvoor wegloopt kun je net zo goed meteen doodvallen.” (blz. 31)

“Eigenlijk bestond het (J: succes) niet, dacht ze wel eens, of althans niet op een manier die correspondeerde met wat ze zich daar ooit bij had voorgesteld, toen ze begon en zich niets hogers en rechtvaardigers kon voorstellen dan erkenning. De som was simpelweg minder dan de delen. Banaler, platter. Oninteressant ook. Misschien was het decadent om zoiets te beweren, of zelfs maar te denken, maar sinds het succes van Nothing Personal wist ze dat wat ze tot die tijd als vanzelfsprekend had beschouwd in feite van wezenlijker belang was dan welke mate van waardering voor haar werk dan ook. Dus begon ze het werken zelf te koesteren, de momenten dat het uit haar leek te vloeien… Ja, te werken zonder angst of verlangen naar iets anders: dat was het hoogst haalbare. Hoewel de twijfel en verlamming altijd terugkeerden, was er een stukje dat daar nooit door werd aangetast, …” (blz. 53 – mijn cursivering)

“Ze wilden een geliefde, een carrière, een huis, een kind, maar vergaten dat het allemaal abstracties waren; vage ideeën van vervolmaking die nooit zouden stroken met de grillige werkelijkheid.” (blz. 54)

So far. Wat een wijsheid zit in deze teksten besloten, wat een rijkdom, qua inhoud en qua zinnen:  het werken zelf koesteren! Accepteren dat die steen weer naar beneden rolt, that’s life.

sisyphus

glas

Het gros van de tijd neem ik waar vanachter mijn wand, mijn glazen wand. Ik ga het zien, en als je het eenmaal ziet kan je er niet meer om heen. Maar dat geldt niet voor alles. Waarvan word ik furieus of krijg ik de tranen van in mijn ogen? Vanmiddag, kijkend naar de aankomst van MH17.

Curieus hoe ik bij veel achter die glazen wand blijf. Voer voor onderzoek dus: waar wel, waar niet, wat maakt en breekt die wand? En dan: the only way out it in. De wand breken, kapot slaan, verbrijzelen en erdoorheen stappen. Zou dat ook de sleutel tot het doorbreken van de verlamming zijn? Wat is de relatie tussen deze twee?

aan de slag

Gisteren een goed gesprek gehad met mijn coach. Zittend in haar geweldige tuin, de voormalige speelplaats. Wauw, wat een plek. Ja, zei ze, dit is wat je kunt realiseren als je aan je droom werkt. Deze plek kent tien jaar investeren, veel energie, overwinnen van de nodige tegenslagen, en doorzetten, je droom najagen, elke dag weer.

We maakten mijn dromen concreet met ondermeer:

1. binnen drie maanden wil ik een plek van en voor mezelf, een atelier, een ruimte, met licht, ruimte, waar ik naar buiten kan, waar ik mensen kan ontvangen en waar ik prettig kan werken. Tips, ideeën, suggesties zijn welkom!

2. mijn onderwerp, fascinatie “verlamming” ga ik uitdiepen, onderzoeken de komende periode. Dit jaar schrijf ik er een artikel over, volgend jaar twee. Dit jaar twee lezingen, volgend jaar drie. Ik ga terug rekenen: als ik in januari 2015 een lezing over dit onderwerp wil houden, wat ga ik dan nu, doen, welke acties. Als de wiedeweerga aan de slag!

3. Elke dag aan de slag hiermee, met in mijn achterhoofd de lessen van Brian Tracy: gaat om mindset, goals, en doen, afmaken, focussen, concreet maken, acties, checklist, discipline. (https://www.youtube.com/watch?v=YeW-5g1lsj0#t=2382)

4. En ik zet dit blog in de wereld, door het bijvoorbeeld onder aan elk mailtje van mij te noemen. Done, vink!

pijn

Aan het lezen in het boek van Charles Eisenstein: “How much of our dysfunctional, consumptive behavior is simply a futile attempt to run away from a pain that is in fact everywhere? … In the absence of distraction -those moments of what we call “boredom” – we can feel its discomfort.” Veel herkenning in het boek. We bevinden ons in een periode van transformatie, dat gaat gepaard met ongemak, pijn. Cynisme, verlamming zijn uitingen om die pijn uit de weg te gaan.

verwondering

Het begint met verwondering. Iets fascineert. En dan? Dan volgt het ene keuzemoment na het andere. Ga ik die fascinatie onderzoeken? Waar komt de fascinatie vandaan? En wat zit daar weer achter? Ben ik de enige die geboeid is door dit onderwerp? Momenteel fascineert het fenomeen ‘verlamming’, ‘tussentijd’ mij. Wat is het? Bestaat er uberhaupt zoiets? Kan iets echt stil staan? Er is altijd een volgend moment, een moment waarin iets gebeurt, verandert. Stil zetten kan niet, nooit.